Canzone 4711 de Boudewijn De Groot

Letra da musica Canzone 4711 de Boudewijn De Groot

Canzone 4711
Canzone 4711

Er viel een hete schaduw over 't strand
Die depressie had de zon dus toch gevangen
De wind bleef onder 't wolkendek zo hangen
De dag bleef stilstaan tussen 1 en 2
Vanilleijs smolt in haar bruine hand
Ze likte langzaam met een koel verlangen
Ze had nog zilte parels op haar wangen
Ze bracht de golven in haar haren mee
En in haar ogen de sterren van de zee
In haar schelpenstilte zocht ik gaten
Probeerde mij met haar te laten praten
Ik keek naar boven en had geen idee
Vier cijfers vormden een reclamevlucht
Toen hing er eau de cologne in de lucht
Ze zei iets dat ik moeilijk kon verstaan
Een man zat met een radio te spelen
Die mij dan ook vierstemmig mee kwam delen
Dat liefde alles was wat 'k nodig had
Ze keek me een tijd later pijnzend aan
En net toen ik haar schouder wilde strelen
Begon het haar klaarblijkelijk te vervelen
Dat ik alleen maar zwijgend naast haar zat
En ze verdween half achter 't ochtendblad
Tot haar navel toe was wereldnieuws te lezen
Ze zei dat eau de cologne fijn zou wezen
Het speet me dat ik dat niet bij me had
Ze leek me onder haar bikini bruin
Ze had een hoge schutting om haar tuin
De eerste druppels vielen op m'n hand
Tijd voor thee en om zich aan te kleden
Opeens leek alles jaren lang geleden
Ze deed haar kleren aan en groette mij
Een regensluier daalde over 't strand
En kinderen huilden hard en ontevreden
De natte vlaggen zakten naar beneden
En iets dat nooit begon was al voorbij
Haar kleine brede hand liet mij niet vrij
De regen deed me weer naar zee verlangen
Haar golven hielden mij opnieuw gevangen
Het ochtendblad moet mee, het was van mij
Steeds verder werd ik weggesleurd van 't strand
De geur van eau de cologne woei van 't land

vídeo incorreto?